De fysiotherapeut kan echografie gebruiken bij het beoordelen van:
- spierscheuringen
- gewrichtsontstekingen
- pees aandoeningen (bijvoorbeeld ontstekingen, scheuring of verkalking)
- slijmbeursontstekingen (zoals in de schouder en heup)
- gewrichtskapsel of gewrichtsbanden
- cystes (blaasjes met vocht)
Waar bestaat de behandeling uit?
De fysiotherapeut gebruikt echografie als aanvullend onderzoek naast het reguliere onderzoek. Echografie hoeft dus zeker niet altijd ingezet te worden, maar bij onduidelijkheid over de juiste oorzaak van de klachten kan de fysiotherapeut met echografie snel en zekerder bepalen waardoor je klachten veroorzaakt worden en waar de oorzaak zit. Door de combinatie echografie en het functieonderzoek kan hij een goed behandelplan voor je blessure samenstellen.
Veel gestelde vragen
Ja. Het grootste voordeel van echografie in de fysiotherapie is dat de uiteindelijke diagnose uit het onderzoek specifieker opgesteld wordt. Dit betekent dat de fysiotherapeutische behandeling die daarop volgt ook efficiënter en doordoor effectiever ingezet kan worden.
Een echo laat dit niet zien
Met echografie kan bijvoorbeeld een beschadiging, een ontsteking of slijtage van een spier worden aangetoond
Het belangrijkste nadeel van echografie is dat de geluidsgolven niet door bot gaan. Daarom is het niet mogelijk om bijvoorbeeld in de rug of achter de knieschijf te kijken