Zodra uw afspraak is ingepland, ontvangt u hiervan een bevestiging per e-mail. Dit betekent dat u niet telefonisch wordt benaderd, maar rechtstreeks via de mail op de hoogte wordt gesteld van de details van uw afspraak.

Bij Topfysiotherapie Oss bieden we meer dan alleen fysiotherapie. Onze fitnessfaciliteiten zijn speciaal ontworpen om jou te helpen bij het verbeteren van je gezondheid en conditie, onder professionele begeleiding.

Zelfstandig fitnessen of trainen in groepsverband

Of je nu liever zelfstandig traint of op zoek bent naar gerichte trainingen, bij ons vind je de perfecte optie. We bieden onder andere:

  • Vrij fitnessen in een comfortabele en professionele omgeving.
  • Gevarieerde trainingen zoals core training, speciaal gericht op stabiliteit en krachtopbouw.

Onze experts staan altijd klaar om je te ondersteunen, zodat je jouw doelen op een verantwoorde manier kunt bereiken.

Openingstijden:

Maandag: 18.00uur-20.00 uur
Dinsdag: 17.00uur-19.00uur
Donderdag: 17.00uur-19.00uur
Vrijdag: 08.00uur-10.00uur

Tarieven:

Startersactie: Tot 1 juli 2025 2x per week voor €25,00.

Vanaf 1 juli 2025:
2x per week €40,00 (exclusief BTW) voor een contract van 3 maanden. 
2x per week €37,50 (exclusief BTW) voor een contract van 6 maanden.
2x per week €35,00 (exclusief BTW) voor een contract van 12 maanden.

Topfysiotherapie Oss is aangesloten bij de volgende organisaties:

Topfysiotherapie Oss werkt samen met:

Een hoop mensen hebben het idee dat hun pijnklachten te maken kunnen hebben met een beenlengteverschil. Het klinkt inderdaad logisch dat een beenlengteverschil invloed heeft op je houding en daarmee klachten kan veroorzaken. Maar in welke mate speelt een eventueel beenlengteverschil nu echt een rol, en hoe groot moet dat verschil zijn om invloed te hebben?

Soms melden patiënten zich bij de fysiotherapeut met het idee dat hun knie-, heup-, lage rug-, schouder- of nekklachten voortkomen uit een beenlengteverschil. Dit wordt ze verteld door huisartsen, specialisten of therapeuten, die opmerken dat een beenlengteverschil mogelijk invloed kan hebben op de uitlijning (stand) van het bekken en de wervelkolom. Deze adviezen kunnen ervoor zorgen dat mensen bepaalde zorgen of angst hebben over hun houding, balans of de impact hiervan op hun lichaam.

beenlengte

Hoe wordt een beenlengteverschil gemeten?
Een grote vraag is hoe betrouwbaar deze metingen zijn? Uit onderzoek (Fisk Baigent (1975)) toonden onderzoekers aan dat het meten van een beenlengteverschil met een handmatige, klinische beoordeling vaak onbetrouwbaar is. Ondanks dit onderzoek vertrouwen professionals in de gezondheidszorg, zoals fysiotherapeuten en podotherapeuten, al bijna 50 jaar op handmatige metingen en technieken zoals de Weber-Barstow-methode om een beenlengteverschil vast te stellen. De enige juiste manier om een beenlengteverschil in kaart te brengen is via een röntgenfoto.

Een overzichtsstudie van Knutson et al. uit 2005 schat dat maar liefst 90% van de bevolking een klein verschil in beenlengte heeft, waarvan bij 60% het verschil 5 mm of meer is. Een beenlengteverschil komt dus vaak voor, maar betekent dat ook dat al deze mensen last hebben van pijnklachten?


Wat houdt een beenlengteverschil in voor je lichaam?
Stel dat een röntgenfoto inderdaad een beenlengteverschil toont. Wat voor effect kan dit dan hebben op je lichaam? Uit studies blijkt dat een klein anatomisch verschil kan leiden tot een lichte kanteling of rotatie van het bekken, ook wel een bekkentorsie genoemd. Bij verschillen tot 22 mm draait één kant van het bekken meestal lichtjes naar voren en de andere kant naar achteren (een maximum van ongeveer 1,5 graden).

Wat betekent dit voor rugklachten? Onderzoek wijst erop dat een lichte bekkentorsie – die vaak voorkomt bij mensen met een klein beenlengteverschil – niet automatisch leidt tot lage rugpijn. Verschillende studies tonen zelfs aan dat bekkenkantelingen of een milde scheefstand niet direct verband houden met rugklachten of andere klachten (A Indahl et al(1999))

 

Wanneer is een beenlengteverschil echt relevant?
Dan blijft de belangrijkste vraag:  wanneer heeft een beenlengteverschil een merkbare impact op je gezondheid? Onderzoek suggereert dat verschillen tot ongeveer 2 cm vaak geen klinische betekenis hebben. Dat houdt in dat een verschil tot 2 cm geen aanleiding is tot zorg en het veroorzaakt zelden pijnklachten. Mocht het verschil groter zijn dan 2 cm dan is de enige effectieve en eenvoudige manier om een significant beenlengteverschil aan te pakken, het verhogen van de hak in de schoen. Dit kan helpen om het verschil te compenseren.

 

Conclusie: vaak is het minder erg dan gedacht
Het gevoel dat een klein beenlengteschil de oorzaak is van de pijnklachten in de rug, schouders of nek is vaak overdreven. In de meeste gevallen is een klein verschil nauwelijks merkbaar en heeft het weinig tot geen invloed op hun gezondheid. Alleen bij grotere verschillen vastgesteld door een röntgenfoto kan een hakverhoging mogelijk verlichting geven. Uiteindelijk zijn er vaak andere factoren die een grotere rol spelen bij pijnklachten, en is een beenlengteverschil zelden de oorzaak.

In de wereld van de fysiotherapie is lage rugpijn een veelvoorkomende klacht. Het is een complexe aandoening met verschillende mogelijkheden van oorzaken en symptomen. Het kan beginnen als iets wat langzaam opkomt, maar het kan ook acuut gebeuren bij de meest eenvoudige bewegingen zoals een papiertje oprapen. Het gaat gepaard met pijn en ongemak.

Als we het hebben over lage rugpijn, dan gaat het om pijn tussen de onderste ribben en de bilplooien.

lagerugpijn

Statistieken
Allereerst nemen we een duik in de statistieken van lage rugpijn. Iedereen kan lage rugklachten krijgen, maar het treft voornamelijk mensen tussen de 40 en 80 jaar oud. Jaarlijks hebben tussen de 1,4% en 20% van de volwassene last van lage rugpijn. Bijna de helft van de volwassene zal op een bepaald moment in hun leven een episode van lage rugpijn ervaren. De verhouding tussen mannen en vrouwen is 45:55, waar vrouwen dus iets vaker worden getroffen dan mannen.  Binnen een maand na het krijgen van lage rugpijn is ongeveer 25% van de mensen volledig hersteld, dit percentage loopt op naar ongeveer 50% die dit binnen 3 maanden ervaart. 70% van de mensen is binnen een maand weer aan het werk, dit stijgt tot 90% na drie maanden. Ernstige oorzaken zoals fracturen (botbreuken) en ontstekingen worden slechts bij minder dan 1% gevonden.

 

Klachtenbeeld
Lage rugpijn is een afwisselende aandoening, waarbij momenten van weinig tot geen pijn worden afgewisseld met periodes van matige tot ernstige pijn. Lage rugpijn is een multifactorieel probleem. Dit betekent dat verschillende factoren zoals biologische, psychologische (denk hierbij aan stress), sociale factoren in combinatie met comorbiditeiten (overgewicht, astma, diabetes, hart en vaat ziekte) een rol spelen.

Bij lage rugpijn kan er sprake zijn van uitstralende pijn richting een of beide benen. Ook zijn klachten tijdens lang zitten en staan niet vreemd. Het gevoel van spanning op de rug en pijn bij bewegen zijn ook veelvoorkomende klachten.

 

Behandeling
Het is belangrijk om te begrijpen dat lage rugpijn dus niet altijd een duidelijke oorzaak heeft, gezien de combinatie van factoren. Lage rugpijn komt regelmatig voor en de klachten kunnen per episode verschillen. De meeste mensen met lage rugpijn hebben geen onderliggende zeldzame aandoening. 

Het is belangrijk om in beweging te blijven en de dagelijkse activiteiten te blijven doen, mits de klachten dit toelaten. Bedrust draagt niet bij aan een sneller herstel en wordt alleen aanbevolen, wanneer bewegen zorgt voor een ernstige verergering van klachten. Bewegen op geleiden van pijn is geadviseerd en het is ook aanbevolen om dit stapsgewijs uit te breiden.

De fysiotherapeut zal met u kijken welke oorzaken en symptomen er in uw geval zijn en wat u er aan kunt doen. Met uw therapeut kunt u samen kijken of er aanpassingen nodig zijn in uw dagelijks leven om te zorgen dat uw belastbaarheid en uw belasting op elkaar afgestemd zijn. Ook kan de fysiotherapeut u oefeningen geven om ervoor te zorgen dat u de rug in beweging krijgt.

In onze praktijk krijgen we vaak vragen over de juiste lichaamshouding. Wat houdt een goede houding precies in? Is zitten echt zo slecht als men zegt? Is het verkeerd om met een ronde rug te tillen? Het lijkt erop dat er veel verwarring bestaat over wat het beste is om te doen. Dit gaat vaak gepaard met de angst om rugklachten te krijgen of bestaande klachten te verergeren. Het is tijd om daar duidelijkheid over te geven.

Er is weinig wetenschappelijk bewijs dat specifieke houdingen en bewegingen rugpijn veroorzaken of voorkomen. Desondanks hebben veel mensen een beeld van wat een ‘goede’ en ‘slechte’ houding is. Maar klopt dit beeld wel? Zelfs mensen met een zogenaamd goede houding kunnen namelijk rugklachten krijgen.

bureau

Feit: Er is geen perfecte houding die rugklachten voorkomt.
Het belangrijkste is variatie; regelmatig van houding en beweging wisselen is cruciaal. Dit roept de vraag op of er überhaupt zoiets bestaat als een slechte houding.

 

Fabel: Zitten is slecht.
Je hoeft je niet meteen schuldig te voelen als je zit. Voor velen is het onvermijdelijk, zoals tijdens werk of reizen. Zitten op zich is niet slecht, maar langdurig in dezelfde houding zitten wel. Dit kan zowel je rug als de rest van je lichaam belasten. Probeer daarom regelmatig op te staan en te bewegen, idealiter elke 20 minuten even 5 minuten bewegen. Ook na lang staan mag je gerust even gaan zitten.

 

Feit: De wervelkolom is niet recht.
Veel mensen denken dat een rechte rug de juiste houding is, maar de wervelkolom heeft natuurlijke krommingen die helpen bij beweging en het opvangen van schokken. Er is geen wetenschappelijk bewijs dat een gebogen of holle rug klachten veroorzaakt. Rechtop zitten voorkomt ook niet altijd klachten.

 

Fabel: De wervelkolom is zwak.
De wervelkolom is juist ontworpen om belast en bewogen te worden. Door je rug te belasten en te bewegen, wordt deze sterker, wat juist rugklachten kan voorkomen. Beweging en belasting zijn dus belangrijk om de rug sterk te houden.

 

Feit: Je houding weerspiegelt meer dan alleen je rug.
De manier waarop iemand staat of zit kan ook iets zeggen over hoe diegene zich voelt. Iemand die zich zelfverzekerd voelt, zit of staat meestal rechtop, terwijl iemand die zich minder goed voelt, eerder ineen zakt. Het is dus belangrijk om bij het aanspreken van iemands houding ook rekening te houden met hun algehele welzijn.

 

Fabel: Er bestaat één universeel rugadvies.
Iedereen is anders gebouwd en heeft persoonlijke voorkeuren. Het is dus onmogelijk om één advies te geven dat voor iedereen geldt. Bijvoorbeeld, iets optillen met een gebogen rug is niet per se beter of slechter dan met een rechte rug. Doe wat voor jou het beste werkt. Als een bepaalde houding ontspanning of pijnverlichting biedt, volg die dan.

 

Dus, wat is nu het beste?
Iedereen heeft een unieke lichaamsbouw, beweegt anders en zit anders. Het is daarom onzin om iedereen in dezelfde houding te dwingen, want dat kan juist problemen veroorzaken. Het belangrijkste is om af te wisselen, niet te lang in dezelfde houding te blijven en naar je eigen lichaam te luisteren. Doe wat goed voelt voor jouw lichaam en wees niet bang.

Als je toch rugklachten krijgt, is het extra belangrijk om te blijven bewegen, ook al gaat dat wat moeilijker. Hoe actiever je blijft, hoe sneller de rugklachten verdwijnen.

Als je na het lezen van dit stuk nog steeds twijfelt over wat voor jou de beste houding is, onthoud dan dit: De beste houding is jouw prettigste houding!

De Wereldgezondheidsorganisatie benadrukt het belang van lichaamsbeweging om chronische ziekten te voorkomen en te stabiliseren. Ze raden specifiek spierversterkende oefeningen aan die met matige of hoge intensiteit worden uitgevoerd en die gericht zijn op alle belangrijke spiergroepen, minstens twee keer per week. Deze aanbevelingen zijn echter vaak gebaseerd op de voordelen van aërobe oefeningen (langere trainingen met lage intensiteit).

spierversterking

Er is veel bewijs dat het doen van spierversterkende oefeningen een belangrijke rol speelt bij het verminderen van symptomen bij mensen met chronische aandoeningen, omdat het leidt tot een betere stofwisseling (door verbeterde glucose- en vetstofwisseling), lagere bloeddruk, minder depressie, en een verminderd risico op vroegtijdig overlijden, diabetes, hart- en vaatziekten en kanker van de dikke darm en de nieren.

In dit blog bespreken we een onderzoek dat heeft gekeken wat de relatie is tussen het doen van spierversterkende oefeningen en voorkomende chronische aandoeningen en hoe vaak en hoe lang deze oefeningen gedaan moeten worden.

Laten we direct tot de kern komen. Spierversterkende oefeningen worden geassocieerd met een verminderd voorkomen van chronische gezondheidsproblemen.

Met dat in ons achterhoofd kunnen we kijken naar de vormen en omvang van de spierversterkende oefeningen die hiermee in verband werden gebracht. Uit een grootschalig onderzoek komen voor de volgende 5 belangrijke  gezondheidsaandoeningen cijfers naar voren: diabetes, hartaandoeningen, aandoeningen van de luchtwegen, spier- en skeletaandoeningen en angst/depressie.

In het onderzoek wordt er onderscheid gemaakt tussen training met eigen lichaamsgewicht en oefeningen met gewichten. Ook wordt er onderscheid gemaakt tussen korte trainingssessies van minder dan een uur lang en langere trainingssessies die langer zijn dan een uur.

 

Diabetes
Bij mensen die langere trainingssessies doen met eigen lichaamsgewicht komt diabetes het minste voor. Bij mensen die aan korte krachttraining doen, komt diabetes vaker voor. In het onderzoek werden er geen verschillen opgemerkt tussen een hogere of lagere aantallen trainingen per week. Echter is ook dit in mindere mate dan bij mensen die geen oefeningen doen.

 

Hartaandoening
Hoe fitter de persoon, hoe kleiner de kans op een hartaandoening wordt. Hiervoor maakt het onderzoek geen onderscheidt tussen mensen die oefeningen doen met het eigen lichaamsgewicht of met gewichten in de sportschool. De kans werd ook kleiner, wanneer mensen vaker aan langere trainingssessies deden.

 

Ademhalingsstoornis
De groep met de minste kans op ademhalingsstoornissen deden of aan korte trainingssessies met gewichten of langere sessies met het eigen lichaamsgewicht. Er werd geen verschil gevonden in lagere of hogere aantal trainingen per week.

 

Spier- en skeletaandoening
Uit het onderzoek blijkt dat mensen een verminderde kans hebben op klachten aan het bewegingsapparaat wanneer ze bewegen. Hierbij geldt dat die kans al verminderd bij mensen die eenmaal in de week aan korte trainingen doen met het eigenlichaamsgewicht, maar ook mensen die sporten in de sportschool voor langere trainingen en een hogere frequentie hebben, hebben minder kans op klachten aan het bewegingsapparaat.

 

Angst/depressie
Sporten met eigen lichaamsgewicht voor langer dan een uur of krachttraining onder het uur in de sportschool hielden verband met de laagste kans op angst of depressie. Die kans is het laagst wanneer beide oefenvormen minder vaak per week werden uitgevoerd.

 

Conclusie
Wat kunnen we hier nou uithalen? Het blijkt dat ongeachte de wijze, de duur of het volume, dat het doen van spierversterkende oefeningen in verband gebracht wordt met een lagere kans op diabetes, hart- en ademhalingsaandoeningen, spier- en skeletaandoeningen en angst/depressie. Het doen van lichaamseigen oefeningen voor 60 minuten of meer en het doen van oefeningen met gewichten voor korter dan een uur zorgde voor de laagste kans op het krijgen van 2 of meer chronische gezondheidsproblemen. Of dit dat 1, 2 of vaker per week wordt uitgeoefend lijkt vanuit dit onderzoek niet uit te maken.

Ofwel, het is beter om iets aan spierversterkende oefeningen te doen dan niets om de kans op chronische gezondheidsproblemen te verminderen.

In een wereld waar technologie ons leven steeds comfortabeler maakt en onze dagen steeds meer gevuld worden met zittend werk en schermtijd, lijkt bewegen soms een optionele activiteit te worden. Echter, laten we niet vergeten dat ons lichaam ontworpen is voor beweging, en het belang ervan voor onze algehele gezondheid en welzijn niet te onderschatten is. Als fysiotherapeuten zien we dagelijks de positieve effecten van beweging op het lichaam en willen we graag enkele redenen benadrukken waarom het zo cruciaal is om in beweging te blijven.

bewegen

Bewegen versterkt de spieren en botten.
Regelmatige lichaamsbeweging, zoals wandelen, joggen, dansen en krachttraining, stimuleert spiergroei en behoud van spiermassa en botdichtheid. Hoe ouder we worden, des te belangrijker deze factoren worden. Beweging helpt bij het voorkomen van osteoporose en daardoor wordt het risico op fracturen (botbreuken) verminderd.

 

Verbetering van cardiovasculaire gezondheid (hart en vaten)
Activiteiten zoals fietsen, zwemmen en hardlopen verhogen de hartslag en verbeteren de bloedsomloop. Dit versterkt het hart, vergroot de longcapaciteit en verlaagt daardoor het risico op hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk en beroertes.

 

Stressvermindering en verbeterde stemming
Door bewegen produceert u endorfine. Dit is een stof die gemaakt wordt door de hypofyse tijdens lichamelijk inspanning, maar ook bij het gevoel van liefde en pijn. Deze stof staat bekend om het vermogen om stress te verminderen en het gevoel van welzijn te bevorderen. Ook werken endorfine pijnstillend en kunnen u het gevoel van euforie geven.

 

Verbeteren van de cognitieve functie
Uit onderzoek blijkt dat regelmatige lichaamsbeweging de cognitieve functie kan verbeteren, inclusief geheugen, concentratie en leerprestaties. Dit komt onder andere door het vrijgeven van hormonen en het verbeteren van de bloedtoevoer. Beweging remt ook de cognitieve achteruitgang op latere leeftijd.

 

Verbeteren van slaapkwaliteit
Regelmatige lichaamsbeweging kan helpen om de slaapkwaliteit te verbeteren door de slaapcyclus te reguleren en de tijd die nodig om in slaap te vallen te verkorten. Ook kan het helpen bij het verminderen van stress en angst, die de slaap negatief kunnen beïnvloeden, wat resulteert in een diepere slaap.

 

Verhoogd energieniveau
Hoewel het misschien tegenstrijdig klinkt, kan regelmatige lichaamsbeweging vermoeidheid verminderen en energieniveaus verhogen. Het zorgt voor een verbeterde bloed- en zuurstoftoevoer naar de cellen, wat zorgt voor meer energie en alertheid gedurende de dag.

Kortom, bewegen is niet alleen belangrijk om fit te blijven of er goed uit te zien, het is essentieel voor onze algehele gezondheid en welzijn. Of het nu gaat om wandelen, fietsen, zwemmen, yoga of krachttraining, het belangrijkste is om een activiteit te vinden die je leuk vindt en die je regelmatig kunt volhouden. Als fysiotherapeuten moedigen we iedereen aan om een actieve levensstijl te omarmen en te genieten van de talloze voordelen die beweging met zich meebrengt.