Oorzaken
- Overbelasting: Herhaalde bewegingen die de pronator teres spier belasten, zoals bij bepaalde sporten (bijvoorbeeld tennis of golf) of werkzaamheden waarbij veelvuldig draaien van de onderarm vereist is.
- Anatomische factoren: Variaties in de anatomie van de spier of zenuwbanen die de kans op beknelling vergroten.
- Trauma: Directe verwondingen aan de elleboog of onderarm die druk uitoefenen op de mediane zenuw.
- Andere oorzaken: Zoals zwellingen of ontstekingen in het gebied, zoals bijvoorbeeld bij artritis.
Symptomen
- Pijn: Vaak in de elleboog of de bovenkant van de onderarm, soms uitstralend naar de hand en vingers.
- Tintelingen: Gevoel van prikkelingen of ‘pins and needles’ in de hand, met name langs de duim, wijsvinger, middelvinger en de helft van de ringvinger.
- Zwakte: Verminderde kracht bij het grijpen of vasthouden van voorwerpen, vooral bij taken die pronatie van de onderarm vereisen.
Diagnose en behandeling
- Diagnose: De diagnose wordt gesteld op basis van de medische geschiedenis, symptomen en lichamelijk onderzoek. Soms kunnen aanvullende onderzoeken zoals zenuwgeleidingsonderzoeken (EMG/NCS) worden uitgevoerd om de functie van de mediane zenuw te beoordelen.
- Behandeling: Conservatieve behandelingsopties omvatten rust, het vermijden van activiteiten die de symptomen verergeren, het gebruik van een spalk om de onderarm te ondersteunen, fysiotherapie om de spierbalans te herstellen en ontstekingsremmende medicatie. In sommige gevallen kan een corticosteroïde injectie worden overwogen. Als conservatieve maatregelen niet effectief zijn, kan chirurgische decompressie van de mediane zenuw nodig zijn om de druk te verlichten.
Preventie
- Ergonomische aanpassingen: Het vermijden van herhaalde pronatie bewegingen of het nemen van regelmatige pauzes om de spieren te laten rusten.
- Krachttraining: Om de spieren rondom de onderarm te versterken en de algehele stabiliteit en kracht te verbeteren.
- Bescherming: Bij activiteiten die de onderarm belasten, zoals sporten of fysiek werk, het gebruik van ondersteunende spalken of beschermende uitrusting overwegen.
Veel gestelde vragen
Nee, het pronator teres syndroom betreft druk op de mediane zenuw ter hoogte van de onderarm, terwijl het carpaal tunnel syndroom de mediane zenuw ter hoogte van de pols aantast.
Afhankelijk van de ernst van de symptomen en de behandeling die wordt gevolgd, kunnen milde gevallen van het syndroom soms vanzelf verbeteren. Medische interventie is echter vaak nodig voor volledig herstel.
Risicofactoren omvatten herhaalde overbelasting van de pronator teres spier, betrokkenheid bij activiteiten die pronatie van de onderarm vereisen, anatomische afwijkingen die druk op de mediane zenuw kunnen uitoefenen, en trauma aan de elleboog of onderarm.
Onbehandeld kan het syndroom leiden tot blijvende zenuwschade, verminderde handfunctie en chronische pijn.
Preventieve maatregelen kunnen bestaan uit ergonomische aanpassingen om overbelasting te verminderen, het vermijden van herhaalde bewegingen die de onderarm belasten, en het gebruik van beschermende uitrusting bij activiteiten die risico lopen.