Klachten bij TMD
De meest voorkomende klachten bij TMD zijn:
- pijn of vermoeidheid van de kauwspieren;
- het niet goed kunnen openen van de mond;
- pijn van het kaakgewricht;
- knappende of krakende kaakgewrichten;
- overgevoelige of pijnlijke tanden en kiezen;
- abnormale slijtage van het gebit.
Ook oor-, hoofd- en nekpijn kunnen te maken hebben met stoornissen in het kauworgaan
Toelichting kaakorgaan
Het kauworgaan bestaat uit de kauwspieren, het kaakgewricht, het gebit en de bijbehorende vaat- en zenuwvoorziening.
Kauwspieren
De kauwspieren zorgen voor de dagelijkse bewegingen van de kaak tijdens vitale functies als kauwen, slikken of praten. Maar ook bij sociale functies als zoenen en fluiten. De kauwspieren worden veel gebruikt. Zoals bij alle spieren is het belangrijk dat de kauwspieren voldoende rust krijgen.
Parafuncties
Als kauwspieren meer doen dan de normale dagelijkse activiteiten, spreken we van afwijkend mondgedrag of parafunctie, moeilijk woord. Onder parafuncties verstaan we:
- klemmen;
- knarsen;
- nagelbijten;
- lipbijten;
- wangbijten;
- kauwgom kauwen;
- op pennen bijten;
- met de tong persen of spelen;
- vacuüm zuigen.
Stress
Stress is een belangrijke factor die meespeelt in het verergeren van parafuncties. Denk maar aan ‘doorbijten’ als het moeilijk wordt, ‘het voor de kiezen krijgen’ of ‘op het tandvlees lopen’. Door deze mondgewoonten of parafuncties raken de kauwspieren overbelast. Kauwspieren kunnen pijnlijk worden, vermoeid raken of een uitstralende hoofd-, oor- of kiespijn geven.
Kaakgewricht
Het kaakgewricht bevindt zich vlak voor het oor en bestaat uit een kaakkopje en een kaakkom met daartussen een kraakbeenschijf (de discus). Deze discus heeft de functie van stootkussen voor het opvangen van de kauwkrachten en zorgt ervoor dat de mond open en dicht kan. Het linker- en rechterkaakgewricht zijn met elkaar verbonden door de onderkaak, waardoor ze tegelijkertijd kunnen bewegen.
Mond openen
Het openen van de mond is globaal te verdelen in twee bewegingen. Eerst treedt er voornamelijk een draaibeweging op van het kaakkopje in de kaakkom, daarna glijdt het kaakkopje uit de kaakkom naar voren. Dit kunt u voelen door de vingers voor de oren te leggen en de mond rustig te openen. Op het moment dat u de kaakkopjes tegen uw vingers voelt duwen, glijdt het kaakkopje naar voren. Dit is een normale beweging en uw kaak schiet dan niet ‘uit de kom’. Alle bewegingen van het kaakgewricht worden gestuurd door de kauwspieren.
Kaakgewricht geluiden
Het kan voorkomen dat de discus iets verschuift, waardoor er een knap ontstaat in een of beide kaakgewrichten. Soms is de discus zo verschoven dat de beweging van de onderkaak hierdoor wordt gehinderd en de mondopening beperkt is.
Naast knappen kan er ook een schurend geluid in een of beide kaakgewrichten hoorbaar zijn. Dit wordt ook wel slijtage genoemd. Slijtage geeft over het algemeen geen pijnklachten of problemen met bewegen.
Gebit
Het gebit zit verankerd in het kaakbot van de onder- en bovenkaak. Voor een juiste belasting van de kaakgewrichten is het belangrijk dat de tanden en kiezen ongestoord op elkaar kunnen sluiten. Als dit niet het geval is, kunnen veranderingen in de kaakgewrichten optreden. Veel klemmen en knarsen kan slijtage aan tanden en kiezen geven, waardoor de gewrichten ongunstig belast worden. Overigens kunnen tand- of kiespijnklachten ook sterk op TMD lijken, maar geen TMD zijn
Diagnose
Voordat tot behandeling wordt overgegaan, is het van belang duidelijk vast te stellen wat bij u de oorzaak van TMD is. Zo nodig zal een behandelplan worden opgesteld.
Behandeling
- Splint
Als de tanden en kiezen niet goed op elkaar passen, kan de tandarts dit inslijpen of met een plastic plaatje (splint) proberen passend te maken, zodat de kaak op een juiste manier wordt belast. Ook wordt de splint vaak toegepast bij bewegingsbeperkingen. Bij abnormale tandslijtage wordt een splint gedragen om het gebit te beschermen.
- Oefeningen
Van de orofacaal fysiotherapeut krijgt u instructies hoe u de mond goed kunt gebruiken en ontspannen. Vaak krijgt u oefeningen om thuis zelf pijnlijke kauwspieren los te masseren. Verder bekijkt de fysiotherapeut of er een verband is tussen bijvoorbeeld nekklachten en TMD.
- Psychologische hulp
Parafuncties worden doorgaans verergerd door stress. Soms kan het nodig zijn dat de psycholoog u leert hoe u met uw stress kunt omgaan, zodat de negatieve gevolgen ervan worden voorkomen of beperkt. Ook kan de psycholoog methoden aanreiken om te leren ontspannen in geval van overmatig klemmen of knarsen.
- (Kijk)operatie
Een operatie van de kaakgewrichten bij TMD wordt slechts zelden uitgevoerd vanwege de slechte voorspelbaarheid van deze behandeling. Soms is het mogelijk dat de kaakchirurg via een kijkoperatie het gewricht nauwkeurig bekijkt en/of schoonmaakt.
- Eigen inzet
Wie u ook gaat behandelen, uw eigen medewerking is de belangrijkste factor. Succes is alleen mogelijk als u de gegeven adviezen en instructies zorgvuldig naleeft en de oefeningen regelmatig doet.
Tips
- Een goede zithouding is de sleutel om problemen met het kaakgewricht te voorkomen. Uw fysiotherapeut zal u laten zien hoe u een betere houding aanhoudt en TMD in de toekomst kunt voorkomen
- Leg het werk waar u mee bezig bent (geschreven documenten, computerschermen) recht voor u en niet naar de zijkant waardoor u voor langere tijd in één bepaalde richting moet kijken.
- Zet uw computerscherm op ooghoogte zodat u niet naar beneden of omhoog of opzij moet kijken.
- Als u voor uw werk lang aan de telefoon bent, gebruik dan een headset waardoor uw nek en kaak in rust (“neutraal”) blijven.
- Vermijd herhaaldelijk kauwen, zoals op kauwgom
- Vermijd roken
- Vermijd om uw kaak te ver te openen
- Vermijd om hard of “kauwerig” voedsel te eten
- Zorg voor goede mondhygiëne en gezondheid van uw tanden
- Vermijd om op uw buik te slapen, waardoor de nek naar één kant wordt gedwongen om te kunnen blijven ademen en de druk op het kaakgewricht toeneemt.